In de file achter paard en wagen.

‘Meisje, meisje waar begin je aan?’ vroeg Ferdinand Fransen, de eigenaar van De Wilmersberg, toen wij hem op het tuinpad voor het hotel tegen het lijf liepen.  Hij zei het, ik dacht het.  Zojuist hadden wij onze handtekening gezet onder ons contract en wij zouden écht de leiding gaan nemen over dit hotel op deze droomplek. Er stond heel wat te gebeuren: we gingen ons fijne huis in de Bosboom Toussaintstraat te koop zetten. Ook zouden we onze banen opzeggen en misschien wel het moeilijkste van allemaal: we zouden al onze vrienden in Amsterdam achterlaten om naar de andere kant van het land te verhuizen. Ondertussen zou ik nog even een baby op de wereld zetten. De eerste harde ruk aan onze stevige wortels die jarenlang in Amsterdam gegroeid waren, was gegeven en er was geen weg terug.

Het was in een rap tempo gegaan nadat we in de eerste sollicitatieronde afgewezen waren. Onder het motto; ‘lukt het niet over rechts, dan gaan we over links’, hadden we voor onszelf een tweede ronde gecreëerd. De interim manager bij De Wilmersberg was één van Boudewijn’s voorgangers als General manager bij Centerparcs in Zandvoort. Hij kende haar niet, maar hij had haar via Linkedin een bericht gestuurd. We hadden namelijk geen idee of via het Searchbureau waar we hadden gesolliciteerd onze CV’s wel op het bureau van de eigenaar van het hotel terecht waren gekomen. Zowaar stuurde de interim manager een reactie terug. Of we onze motivatie naar haar wilde sturen. Een bericht dat voelde als een kleine grote teen tussen de deur. 

Kort nadat we onze sollicitatie voor de tweede keer gestuurd hadden, belde ze en ze had slecht én goed nieuws voor ons. Het slechte nieuws was, dat de sollicitatieprocedure al in een vergevorderd stadium was met een paar kandidaten. Het goede nieuws was dat ze op zoek waren naar een schaap met vijf poten, de andere kandidaten geen echtpaar waren, wat wel een lichte voorkeur had, en de functie van marketing manager vacant kwam. Of we toch een keer langs wilden komen.

Dus Boudewijn en ik gingen een paar dagen daarna, samen op naar De Lutte voor een sollicitatiegesprek. We bereidden ons goed voor en vertrokken op tijd uit Amsterdam om die lange A1 af te rijden richting het Oosten van het land en zonder al teveel oponthoud bereikten wij de Bentheimerstraat in Oldenzaal.  We hebben nog vaak gelachen om wat er toen gebeurde. Op het smalle weggetje naar het hotel, waar het bijna onmogelijk is om elkaar te passeren en waar voor de overgrote meerderheid van onze gasten hun ontspannen weekendje begint (en waar sommigen overigens ook vinden dat er stoplichten moeten komen, maar dat terzijde), kwamen wij vast te zitten achter paard en wagen.  Serieus. Toen nog niet wetende dat dit een jaar later wekelijkse kost voor ons zou zijn. We doen het hier in Twente hennig oan leek de boodschap te zijn.

Vijf minuten te laat zaten we daar allebei, een beetje zenuwachtig, tegenover de interim manager en Barbara Fransen, die de dagelijkse leiding heeft over de holding van de familie. Tot onze eigen grote verrassing kwamen Boudewijn en ik er tijdens het gesprek al snel achter dat we een schaap met 8 poten waren.  Boudewijn is de man met de analytische linkerhersenhelft en geeft graag antwoorden op alle vragen waarin getallen en processen centraal staan. Op die momenten ging ik even achterover hangen. Ik ging juist vliegen bij de vragen over strategie en creativiteit. 

‘Dat voelt als een kat in ’t bakkie’, zei Boudewijn op de weg terug. Wat als een klein voorzichtig balletje was gaan rollen, was veranderd in een wilde lawine. Een paar gesprekken volgden en op 10 september ging er een persbericht uit dat Boudewijn en ik de leiding zouden gaan nemen over De Wilmersberg. Op de kop af een maand en 10 dagen na mijn ontploffing in de auto nadat we het huis in Vught bezichtigd hadden waar we dood zouden gaan.

Toen we ons besluit aan onze familie, vrienden en collega’s vertelden, kregen we dezelfde reacties als toen we op reis gingen. Veel mensen waren enthousiast, maar ook hoorden we veel twijfel. ‘Zou je dat nou wel doen, samenwerken als echtpaar?’ en ‘Lijkt wel een beetje op Ik Vertrek hè?’.  Wat er ook gezegd werd, voor mij voelde het goed. Want als ik iets van onze reis had geleerd, dan was het wel dat ik niets aan bezit nodig had en dat je mij op iedere verlaten berg kon zetten zolang ik Boudewijn, de kinderen en mijn moeder in de buurt had. Dus die Wilmersberg konden we wel hebben hebben.

En zo verhuisden wij in de winter van 2011 van hartje Amsterdam, naar hartje platteland van Twente. Van War Child ging ik werken in een 4* hotel. Voor het eerst gingen Boudewijn en ik samenwerken, bovendien met twee kinderen en een pasgeboren baby onder onze armen. Het voelde alsof we letterlijk met een bos wortels in onze handen stonden die we opnieuw een plek moesten geven in een regio die we helemaal niet kenden. Het eerste jaar in Twente werd dan ook een bumpy ride.

Volgende week: Deel 4 – Wortelen in Twente – Over Doutzen Kroes en loslopende koeien.

Eén reactie op “In de file achter paard en wagen.

  1. Met plezier heb ik deel 3 gelezen,al meerdere malen!
    Je beschrijft het zo beeldend,dat het is alsof ik bij jullie
    achter in de auto zit,de spanning meevoel op het smalle weggetje,
    ongeduld vierde de boven toon.”Te laat op het gesprek!”

    Daarna een voldaan gevoel……
    En dat goede gevoel stralen jullie nu nog uit,ik met jullie mee lieve
    Boudewijn en Githa❤️

Laat een reactie achter aan Nell Billet Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *