De lange weg van Amsterdam naar De Lutte (deel 2)

‘Hier blijft u tot uw dood’ zei de makelaar tegen ons in het mooie familiehuis dat we aan het bezichtigen waren in Vught. Dat de vorige bewoners in die missie geslaagd waren, konden we gezien de oude staat waar het huis in verkeerde eenvoudig vaststellen. Het was 30 juli 2010, we waren vijf maanden terug van onze reis én ik was zwanger van onze jongste dochter. Wonen in Amsterdam met kinderen werd er niet comfortabeler op. Voor zwemlessen reden we naar Haarlem, want in Amsterdam stonden we op de wachtlijst voor de zwemlessen van 7 uur ’s ochtends, over andere tijden viel niet eens te praten. Wat we toch een tikkeltje absurd vonden. Onze oudste dochter zat inmiddels op een school in de buurt, maar daar hadden we echt op door moeten duwen na een hele vervelende loterij op geboortedag. Met lotnummer *19 oktober* waren we lange tijd kansloos. Bovendien, nu nummer drie zich binnen afzienbare tijd aandiende zou het serieus krap worden in ons fijne huis in de Helmersbuurt.

Ongetwijfeld ook ingegeven door de hormonen van mijn zwangerschap, ontplofte ik in de auto op de weg terug. ‘Wat denkt die man wel niet Boud, wij daar doodgaan? Ik ga potverdikkie een kind op de wereld zetten over een paar maanden. En bovendien, we zouden een hotel gaan runnen, hoe komt het überhaupt dat wij ons laten verleiden tot dit soort bezichtigingen? Waar is ons gevoel voor avontuur gebleven? We moeten ervoor zorgen dat we voor 1 september een knoop hebben doorgehakt. Óf we blijven zonder gezeur in Amsterdam wonen, óf we nemen voor 1 september een besluit en gaan de stad uit, onze droom achterna naar een hotel. Ik kan niet in uit en blijven fietsen bij War Child voor eerst een lange reis, dan een zwangerschapsverlof, om vervolgens aan te komen met de mededeling dat ik ga verhuizen. Ze zien me aankomen. Laten we een beetje creatief zijn, we hoeven toch ook helemaal geen hotel te kópen?’

Toen gebeurde er iets, wat we gerust een wonder kunnen noemen. Binnen een dag of drie vond Boudewijn na een beetje Googelen de vacature van General Manager bij Landgoed De Wilmersberg in Twente. ‘Dat is het! Dit is de plek die we zoeken in Nederland en die net zo mooi is als de rijstvelden op Bali! Dit moet zo zijn, hier gaan we naar toe!’ riep ik. In de zomer van 2005 was ik een paar dagen in mijn eentje bij De Wilmersberg geweest (iets wat ik regelmatig doe en iedereen aan kan raden, er een paar dagen alleen op uit). De Wilmersberg was één van de mooiste plekken waar ik in Nederland geweest was, zo niet de mooiste. Niet eerder had ik in eigen land op een terras gezeten met zo’n geweldig uitzicht, de natuur was prachtig door het glooiende landschap en ik was echt verwend in dit hotel, de mensen waren zó aardig. Het was wel een beetje oubollig toen ik er was, maar in de vacature stond dat de eigenaar samen met de komst van een nieuwe General Manager het hotel zou gaan moderniseren.

We twijfelden geen seconde, stemden onze CV’s op elkaar af en schreven een brief met onze belofte ‘Wij zijn een jong en enthousiast echtpaar dat op een inspirerende en persoonlijke wijze de leiding zal nemen over De Wilmersberg in lijn met haar uitstraling en klasse. Met veel vuur zullen wij tezamen met het team van mensen De Wilmersberg verder uitbouwen en positioneren en daarmee de continuïteit en winstgevendheid van het hotel waarborgen. Voor onszelf zien we hierin een meerjarige uitdaging en wij zijn bereid om op diverse manieren in onszelf en anderen te investeren’. Dit kon gewoon niet misgaan. Boudewijn en ik vulden elkaar perfect aan; alles waar hij goed in is, daar ben ik niet goed in en andersom. Wij gingen deze nieuwe directeur gewoon even worden samen.

‘Afgewezen’, met deze tekst kwam Boudewijn een paar dagen nadat we onze sollicitatie verstuurd hadden chagrijnig thuis. ‘We zijn gewoon echt afgewezen. We missen toch die 4* hotelervaring Giet’. Flabbergasted zaten we met z’n tweeën aan de eetkamertafel en keken elkaar aan. Hoe was het mogelijk? ‘Dan blijven we gewoon lekker in Amsterdam wonen Boud, al onze buren met oudere kinderen hebben het gered. En die kinderen zijn volgens mij ook gewoon heel blij. ‘ Boudewijn keek mij aan en zei: ‘Dat kan, maar ik heb één troef en ik ga haar nu een mail sturen’.

Foto: Kaartje van onze oudste dochter Lieve (geregeld door Boudewijn natuurlijk), dat met een fles wijn op mijn kamer stond toen ik een paar dagen bij De Wilmersberg was in 2005.

Volgende week: De lange weg van Amsterdam naar Twente (deel 3).

2 reacties op “De lange weg van Amsterdam naar De Lutte (deel 2)

  1. Ook al ken ik de afloop en wij allemaal die je blog lezen Githa.
    Ook jullie gasten die regelmatig logeren in De Wilmersberg.
    Toch blijft het ook voor mij spannend……
    Je schrijft met gevoel,enthousiasme,kracht,doorzetten,je teleurstelling
    is overduidelijk en daarna weer die hoop!
    Ik zie je gezicht opklaren als Boudewijn zegt:”Ik heb nog een troef en ga een mail sturen”Je ogen schitteren weer en je hebt alle vertrouwen in Boudewijn.Ik geniet van je schrijfkunst!

Laat een reactie achter aan Edwin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *